altijd dichtbij

De oma van Babu is er niet meer. Hij had haar beloofd dat hij flink zou zijn. Zij had gezegd dat ze heel dichtbij zou zijn. Maar nu voelt het alsof hij er helemaal alleen voor staat. Oma is niet aan de oevers van het Meer, niet op het plein, niet in het woud, niet op het dak van de Apentempel. Hoe harder hij probeert haar niet te missen, des te groter dat gemis net wordt.

Een verrassend nieuw boek van Mark Janssen! Zijn boeken Stop! Monsters! en Eiland staan bekend voor hun kleurexplosies. Voor dit gevoelige verhaal kiest hij voor de sereniteit van zwart-wit. Dat vond hij zelf best wel spannend. Zijn bezorgdheid was duidelijk ongegrond. Net als bij zijn andere boeken kan je je ook in dit boek weer verliezen. Voorheen speelde Janssen met kleuren. Zijn tekeningen lijken niet afgelijnd en vaak lopen de kleuren wat in mekaar over. In zwart-wit is die mogelijkheid er niet. Toch slaagt Janssen erin met vele fijne lijnen de eindeloosheid en de nuance van de verschillende landschappen weer te geven. Helemaal anders en toch herkenbaar. De zwierige lijnen in de planten, de vorm van de vissen en het guitige snoetje van Babu zijn herkenbaar, ook zonder kleur.

De gedurfde stap van kleur naar zwart-wit is niet het enige bijzondere aan dit nieuwe boek. Janssen schreef ook voor het eerst een echte tekst. De gevoelens van rouw en verlies van de kleine Babu worden op wondermooie manier weergegeven in de tekeningen. De tekst vertaalt op poëtische wijze de gedachten van Babu. Door de korte regels telkens onderaan te plaatsen voelen ze eerder aan als een aanvulling op de tekeningen. Ze primeren niet, maar zijn er voor wie dat nodig heeft.  

De gedetailleerde illustraties doen je weg dromen naar betoverende Nepalese taferelen. Naar aanleiding van de Nepalese vertaling van Stop! Monsters! maakte Mark Janssen er een rondreis op uitnodiging van stichting Thang. Tijdens deze reis drong het verhaal zich aan hem op en hij besloot er dan ook iets speciaals mee te doen. Janssen laat je kennis maken met droomlocaties zoals het Meer van Pokhara, de Apentempel en de Janakitempel in Janakpur. Plaatsen die duidelijk een indruk op hem hebben nagelaten. De Nepalese leefwereld van Babu is niet alleen prachtig, het gebruik van deze setting maakt duidelijk dat verdriet universeel is en ook juist daarom dus heel normaal. Voor wie erop in wil gaan, is er de subtiele wenk naar het geloof in reïncarnatie. Als ze een dier zou zijn, dan was ze zeker geen neushoorn. Ze zou sierlijk bewegen. 

In Altijd dichtbij leren we dat verdriet mag en dat gemis je helemaal kan overspoelen. Dat gemis verdwijnt nooit helemaal, maar maakt heel langzaam plaats voor mooie herinneringen. 

Stilaan gaat het beter met Babu. Er komen momenten van herkenning. Mooie herinneringen nemen het beetje bij beetje over. Na een tijd begrijpt hij dat oma altijd dichtbij is. Ze is een glimlach, een kleine vogel, een aap, een boom, een vis, een vlinder ... Ze is altijd dichtbij. Net zoals ze beloofd had. Het verdriet krijgt een gouden randje. Net als dit prachtige prentenboek.  

Altijd dichtbij werd uitgebracht in een gewone standaardversie (die al heel erg mooi is) en een extra grote luxe-editie. Een wondermooi, ontroerend prentenboek over rouwverwerking, voor jong en oud.