Amira

De prinses komt thuis

Amira is een prinses die samen met haar ouders is gevlucht uit Syrië. Het nieuwe land is vreemd en grijs. Niemand lijkt te beseffen dat Amira een prinses is. Iedereen zwijgt, niemand staat op voor prinses Amira, niemand verstaat wat ze zegt, niemand is blij, de vogels hebben geen kleur. Amira gaat in het nieuwe land naar school, maar eigenlijk wil ze dat niet. Gelukkig is er een lieve juf die Amira troost. De juf vertelt over het land waar ze vandaan komt. Als de les begint, is alles zoals het hoort te zijn. Er is één juf voor de kinderen en één juf voor de prinses. Aan het einde van de dag zingen de kinderen een lied voor Amira en krijgt ze een kroon.

Dit prentenboek is een verhaal over vluchtelingen, verteld vanuit het standpunt van het kind. Het begint als een sprookje, maar al snel merk je dat dat niet zo is. Waarom is Amira een prinses en niet een gewoon meisje? Het verhaal begint heel donker. Gelukkig is er een kentering in het verhaal. Op die manier komt het verhaal van de gevluchte familie hoopvol over. Het taalgebruik is niet eenvoudig en is eerder bedoeld voor oudere kleuters. De tekst is heel poëtisch en bevat een zekere symboliek. Als Amira valt, raapt niemand haar op: "Raar nieuw land, waar ik mezelf opraap van de grond, waar de bladeren letters schrijven in de lucht …" De illustraties spreken boekdelen en geven goed weer hoe Amira zich voelt in het vreemde land. Tekst en illustraties gaan goed samen. Ook de schutbladen verwoorden het verhaal. In het begin van het boek zit Amira in een bootje, gevouwen met een dollarbiljet. Op het laatste schutblad reist Amira in een bootje, gemaakt uit een landkaart. De illustraties zijn vaak donker, net zoals de gedachten van Amira. Collages en potloodtekeningen worden samen gebruikt. In de collages herken je landkaarten, tickets, blaadjes met letters en cijfers ... Over dit boek is grondig nagedacht, maar het lijkt me te moeilijk voor kinderen vanaf vier jaar, zoals vermeld staat op de achterflap.