Andijvie met een plastic vork
Andijvie met een plastiek vork … dat heeft zo zijn redenen. In een instelling voor jongeren met psychische problemen kan je maar beter geen risico’s nemen. Dat die risico’s er zijn, blijkt uit de voorgeschiedenis van de jongeren. Het verhaal zoomt hierbij in op Ferre, op het moment dat hij als ongelukkige puber tegen zijn zin sessies bij een hulpverlener moet volgen. Hij komt te laat opdagen, vertelt maar halve verhalen en lijkt met zijn hoofd in de wolken te zweven. Toch is niemand echt ongerust tot het op school uit de hand loopt. Ferre verhuist naar zijn vader en diens veel jongere vriendin, Eva. Als in een vlaag van zinsverbijstering betast Ferre Eva onder de douche. Vanaf dan lijkt alles van kwaad naar erger te gaan. Ferre onderneemt een zelfmoordpoging en komt zo in de instelling terecht. Hij voelt er zich een vreemde eend in de bijt, maar is dat wel zo? Met rake bewoordingen schetst de schrijver de eenzaamheid van de jongere in dit verhaal. Met korte zinnen en kernachtige formuleringen weet hij een vlijmscherpe sfeer neer te zetten. Het verhaal sleept je mee en laat je niet gemakkelijk los, de sfeer blijft zelfs na het lezen nog lang hangen. Enige minpuntje aan het verhaal: ondanks de vrij positieve benadering van mensen met een psychisch probleem, houden de persoonsbeschrijvingen ("met opgetrokken sokken", "geesteszieken", …) toch een beetje de mythe van de psychiatrie in ere. En zo het taboe dat daarop rust en dat is een gemiste kans …