Anna bij de bakker

Anna, een peuter, stapt met haar mama na school naar de bakker. Het ruikt er heerlijk naar vers gebakken brood. Anna ziet ook andere lekkere dingen liggen in de winkel en probeert haar mama te overtuigen om een taart te kopen. Helaas komen zoetigheden alleen op zondag of met een feest op tafel. Mama bestelt een donker brood en Anna mag betalen. Op weg naar huis krijgt Anna het korstje van hun lekkere brood.

Anna, hoeft niet meer voorgesteld worden denk ik. Ook de felle kleuren, eenvoudige grote tekeningen met dikke zwarte omtrek, stevige bladeren zijn alom bekend. Geen verrassingen bij het openslaan van het boek. Integendeel: er komen heel wat stereotypen naar boven zoals de bakker die in een geruite broek, witte vest en bakkersmuts zijn brood zou bakken. Het is een man die bakker is en zijn vrouw die in de winkel staat (een pluspuntje is wel dat ze een zwarte huidskleur heeft). Een pedagogische kant is er natuurlijk ook: er wordt een opsomming van de verschillende soorten brood gemaakt, en uitgelegd dat je zoetigheid best niet elke dag eet. Herkenbaarheid troef, zowel in de beleving van Anna als peuter, als in de lay-out van het boek (links witte bladzijde met centraal tekst in grote letters en rechts een paginagrote illustratie). 

Wie houdt van voorspelbaarheid zal met dit boekje blij zijn.