Op Paasdag staat Anna vroeg op. Ze weet immers dat de paashaas chocolade-eitjes verstopt heeft. Samen met haar broertje Lars gaat ze op zoek. Gelukkig staan er twee mandjes klaar om hun vondsten in te doen. Lars vindt een groot ei en neemt onmiddellijk een grote hap ervan. Dat vindt Anna niet zo goed. Ze legt hem uit dat ze eerst alle eitjes moeten zoeken en daarna pas eten. Ze vinden een heleboel eitjes. Na een tijdje zijn ze in de tuin beland. Ook daar vinden ze iets: een grote chocolade paashaas. Zoiets moois heeft Anna nog nooit gezien. De paashaas ziet er zo lekker uit dat ze niet aan de verleiding kan weerstaan. Voor ze het weet heeft ze een stuk van zijn oor afgebeten. Vlug zet ze hem terug onder de struik waar ze hem gevonden had en gaat ze vrolijk verder zoeken naar eitjes. Maar Lars heeft de haas ook gevonden en ook hij bijt een stuk van de paashaas. Maar dan laat Lars de haas vallen. Hij is nu in honderd stukjes … Anna is ontroostbaar. Mama heeft een goede oplossing: ze maakt er overheerlijke chocolademelk van. Anna en Lars vinden het prima. Slurpend van hun chocolademelk kijken ze fier naar hun mandjes vol met paaseieren. Ook hier weer een heel herkenbaar thema voor peuters en kleuters, kleurrijke, eenvoudige illustraties en een goed in de hand liggend formaat: de ingrediënten die we ondertussen gewoon zijn van de Anna-boekjes. Allemaal heel duidelijk en overzichtelijk, maar weinig verrassend.