In dit informatieve prentenboek varen we samen met een onderzoeksteam van onder meer Nederlanders en Belgen naar Antarctica, het meest zuidelijke werelddeel van onze planeet. We komen alles te weten over het werk van de onderzoekers, nemen een kijkje in hun laboratorium, maken kennis met de walvissen en pinguïns, leren alles over de extreme weersomstandigheden en de geschiedenis van dit unieke continent. Voor de ijskoude winter (met temperaturen tot wel 50 graden onder nul) aanbreekt, moeten we weer vertrekken. Ook de meeste dieren trekken dan weg, naar het Noorden, waar het warmer is. Alleen de mannetjes van de keizerspinguïn blijven en zorgen voor de eieren en de kuikens. Door zich dicht tegen elkaar aan te drukken, komen ze niet om van de kou.

Dit boek valt meteen op door zijn grote formaat en prachtige prent op de kaft. Raquel Martin verzorgde alle illustraties. We zien zowel sfeerbeelden van een sneeuwstorm — je hoort de wind bijna waaien — als gedetailleerde prenten van onder andere walvissen en pinguïns. De tekst lijkt onderschikt, maar dat is niet zo. Er staat heel veel informatie in dit boek. Wist jij dat er vulkanen zijn op Antarctica? Weet jij van wie Antarctica is? En wat er in het Verdrag van Antarctica staat? Het doet je stilstaan bij de wonderen van de natuur, het belang van onderzoek en de kracht van afspraken die nodig zijn om de natuur te beschermen. 

Dit van oorsprong Spaanse boek werd niet alleen vertaald, maar ook aangepast aan het Belgische en Nederlandse publiek, door te verwijzen naar de Belgische en Nederlandse onderzoekscentra daar en naar de zeehonden in de Waddenzee en aan de Belgische kust. Dat zorgt als Vlaamse lezer voor meer herkenbaarheid en daardoor ook betrokkenheid bij het boek.