Babydieren
Geleid door Eric Carle brengen we een bezoek aan de schapen, de leeuwen, de dolfijnen, de pinguïns en de olifanten. Het boekje leert ons dat een mamaschaap een ooi en een babyschaap een lam is, dat vaderleeuw een leeuw en een babyleeuw een welpje is, ... Op pagina één wordt de vraag gesteld of alle dieren een papa en een mama hebben. Deze vraag wordt meteen in grote letters bevestigend beantwoord. Maar niet alle ouder- en babydieren worden bij naam genoemd. Bij de schapen komt papaschaap of de ram niet aan bod. Ook bij de dolfijnen en de olifanten wordt de papa niet besproken. Het feit dat een mamadolfijn en een mama-olifant een koe genoemd worden en hun baby een kalf, kan volgens mij voor enige verwarring zorgen bij kinderen. Zij kennen het woord 'koe' van een ander dier. Bij de leeuwen is er geen sprake van mamaleeuw of de leeuwin. Ook bij de pinguïns wordt mamapinguïn overgeslagen. Een babypinguïn wordt een kuiken genoemd maar voor mama- of papapinguin bestaat geen aparte naam. De flapjes in het boek bieden een kleine meerwaarde. Maar of ze echt bestand zijn tegen nieuwsgierige kinderhandjes is een andere vraag. Een groter pluspunt zijn de geluidknopjes die bij elk dier horen. Al bij al, is dit een leuke poging om jonge kinderen kennis te laten maken met de wondere wereld van het dierenrijk.