Berenknuffels

In dit prentenboek met aantrekkelijke illustraties gaan papa beer en zijn zoon op zoek naar honing. Onderweg raken ze aan de (filosofische) praat. Uit het gesprek wordt duidelijk dat een knuffel krijgen wel iets doet met iemand. Het duo voegt de daad bij het woord om op die manier de andere bosbewoners ook blij te maken. Ze worden één voor één getrakteerd op een knuffel. De onderliggende humor, verweven in de illustraties, zal de aandachtige lezer niet ontgaan (de anaconda knuffelt op dezelfde manier als die waarmee slangen hun prooi wurgen, de wolf mist er zijn prooi door, ...). Maar de meeste bosbewoners krijgen er ééntje om hen op te vrolijken.

Ondanks de mooie illustraties laat het verhaal me wat op mijn honger zitten. Behalve het geven van knuffels gebeurt er zo goed als niets. Het is eerder een opsomming van verschillende dieren en het geven van knuffels. Het verhaal achter en 'het waarom' van de knuffels zou beter uitgewerkt mogen worden. Misschien was het ook leuk geweest om ook voor de 'niet-knuffelaars' een plaatsje te laten. Niet iedereen houdt immers van lichamelijk contact. Het einde van het verhaal is zeer voorspelbaar. Wie, o wie zijn ze immers vergeten knuffelen? Juist ... elkaar. Voor de lezers die niet begrepen hadden dat het verhaal hier eindigde, staat er voor alle duidelijkheid nog 'einde' gedrukt als slotwoord.