Berta voor niets of niemand bang
Emiel krijgt een nieuw buurmeisje, Berta. Ze is een stoere meid en houdt van leeuwen, tijgers, krokodillen, racen en boomhutten maken. Emiel daarentegen houdt van vissen, vogels, katten, tenten, kastelen. Berta knutselt graag. Ze maakt een tafel en Emiel helpt daarbij. De laatste dag van de vakantie wil ze een boomhut voor Emiel bouwen, maar Emiel durft niet zo hoog en de hut komt dan maar op de grond. Wanneer de school weer begint, merkt Berta dat Emiel gepest wordt door een aantal grote jongens. Ze lachen hem uit omdat hij de kleuren nog niet kent. Hij durft zich nauwelijks te verdedigen. Maar Berta neemt het voor Emiel op. Ze plaagt de grote jongen terug en verft z'n groene fiets rood. De jongen is boos en wil Berta een mep geven, maar Emiel z'n ogen staan woest. Zijn rugzak knalt tegen het hoofd van de jongen. Emiel durft meer dan hij denkt. Vooral nu hij merkt dat hij niet meer alleen staat.
Emiel en Berta zijn elkaars tegenpolen. Berta is dapper, creatief, voor niets of niemand bang. Emiel houdt van schommelen, hinkelen, tenten en kastelen. In zijn kasteel is hij ridder, maar soms ook prinses. Dit boek is heel eenvoudig. De illustraties zijn sober en in zachte tinten. Ze zijn slechts gedeeltelijk ingekleurd. Op een heel subtiele manier wordt aangegeven dat Emiel anders is. Zijn tong hangt een beetje uit zijn mond. Hij is stil en verlegen. Het thema wordt origineel gebracht en kan aanleiding zijn tot mooie gesprekken met oudere kleuters.