Bij ons in de straat
In dit telboekje van 1 tot 11 stelt de auteur zijn straat voor. "Op nummer 1 woont een heel voorname Dikke Dame/ zij is namelijk een Koningin/ Ze is als koningin geboren/ met twee Koninklijke oren/ en een vorstelijke onderkin." Dit citaat zegt iets over de kwaliteit van de rijmpjes. En zo gaat dat door met een bont gezelschap van boef over circusdanseres, matroos, vreemdeling van ver, cowboy, tante Truitje, zwerver, zeemeermin, kok tot nummer 11 en "daar woon ikzelf/ samen met Annette/ ik maakte de gedichten/ en Annette de portretten." Die portretten zijn trouwens best genietbaar, zij redden het boek. Ik heb de indruk dat de tekeningen er eerst waren en dat de tekst er haastig bij geschreven is.