Bij Uil thuis
Dit boek is opgedragen aan 'oma'. De verhalen van Uil en de illustraties in donkere tinten hebben echt wel een groot oma (opa)- gehalte. Het haardvuur in het knusse huisje van Uil vraagt gewoon om voorlezen. In deze bundel staan vijf verhalen. In het eerste verhaal is het winter en bitter koud. Uil zit lekker bij een heerlijk vuur. Hij eet warme erwtensoep, echte winterkost. Maar dan wordt er op de deur geklopt. Het is Winter. Gastvrij als hij is, nodigt Uil hem binnen en dan is het uit met de gezelligheid. In het tweede verhaal gaat Uil slapen. Maar aan zijn voeteneind ziet hij twee rare bobbels onder de deken. Die bobbels houden hem uit zijn slaap. In het volgende verhaal besluit Uil tranenthee te zetten. Hij begint met aan droevige dingen te denken zoals een stoel met kapotte poten, liedjes die niemand kan zingen, een lepel die achter het fornuis gevallen is... Aan het eind heeft hij een ketel vol en tranenthee is toch altijd weer heerlijk. In 'Boven en beneden', probeert Uil op de twee plaatsen tegelijk te zijn. Na verwoed heen en weer geren, komt hij tot het besluit dat 20 traptreden altijd het verschil zullen maken. Dus gaat hij op de tiende tree uitrusten. Uil wil vriend worden met de maan in het het laatste verhaal. De grootste aantrekkingskracht van deze warme verhalen is de naïviteit van Uil, kleuters zullen het in veel gevallen beter weten. Uil is niet alleen naief, hij is ook gastvrij, vriendelijk en hij heeft een magisch beeld van de werkelijkheid dat nogal wat overeenkomst vertoont met dat van de kleuters. En al slaapt Uil vaak in zijn zetel, de verhaaltjes lopen altijd geruststellend af. Dat maakt ze tot zeer mooie bedtijdverhalen.