Billy en de indiaan
Op een dag besluiten Billy, een stoere cowboyhamster, en zijn regenwormvriend Pierke op zoek te gaan naar de indianen die wonen aan de andere kant van de heuvel. Samen vertrekken ze, Billy die Pierke in zijn nek draagt en Pierke die de fles water draagt. Een hele tijd zijn ze onderweg tot ze uitgeput aankomen bij het huisje van Pamela de geit. Pamela besluit onze vrienden te helpen om boven op de heuvel te geraken en zet Billy op haar schouders. Zo bereiken ze de top van de heuvel en ze turen vol verwachting naar de horizon in de hoop een indiaan te zien. Helaas is dit niet het geval … maar gelukkig heeft Pamela de geit een goed idee. Ze maakt een vuurtje en maakt met haar sjaal rooksignalen! Even later zoeft er een pijl door de hoed van Billy en snelt een indiaan toe om Pamela te redden. Door een verkeerd rooksignaal van Pamela dacht de indiaan immers dat ze werd belaagd door een cowboy. Van de schrik laat Pierke bijna het leven maar hij wordt opnieuw tot leven gebracht door Kleine Beer (wat dat is de naam van de indiaan). Om van de schrik te bekomen maakt Kleine Beer van Pierke een echte indiaan en geeft hem een arendsveer en een echte indianennaam ‘Woest paard’ (naam gekozen door Pierke zelf …). ’s Avonds bij het vuur zitten Pierke, Billy en zijn vader gezellig noten te eten en zien ze in de verte een prachtig rooksignaal …
Na 'Poten Omhoog' en 'Billy en de Bizon' is dit het derde prettige avonturenvoorleesverhaal over Billy de cowboyhamster. De dialogen tussen de verschillende personages zijn helder in hun eenvoud en passen prima in de leefwereld van kleuters. Het verhaal is goed uitgebouwd met originele wendingen. De tekeningen, vaak paginagroot, maken het verhaal compleet. In het verhaal zit veel (erg leuke) humor vervat wat het tot een absolute aanrader maakt!