Bo is een klein blauw gansje dat dol is op eten. Bo eet van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. Als ze haar eigen bakje leeg heeft gegeten, gaat ze iets meepikken bij elk dier dat ze kent. Ze snoept ook graag van de waterplanten in de vijver, tot ze opeens blauwe bellen ziet vliegen. Dat zijn zeepbellen; als Bo ze eet, voelt ze zich een beetje raar. Ze moet een heleboel boertjes doen en nu komen er ook belletjes uit haar snavel. Op aanraden van de schildpad drinkt ze veel water en zo raakt ze ervan af. En die bijtjes in hun nest, zouden die te eten zijn, zie je haar denken op de laatste prent. Handig formaat van kartonboekje met hedendaagse guitige illustraties die in al hun eenvoud de boodschap goed overbrengen. Je kan het verhaal aflezen van de prenten, maar ook de tekst voegt er iets aan toe. Vooral het herhaalde "Dat was lekker!" zal bij peuters op veel bijval kunnen rekenen. De stevige kartonuitvoering is bovendien bestand tegen kleine handjes en tandjes.