Boeba wil bang zijn
Hoe voelt het om bang te zijn?, vraagt Cleo het kleine spookje zich af. Zijn vriendinnetje Juliette is ervan overtuigd dat zij hem wel angstig krijgt. Ze begint in haar kamer met de monsters onder haar bed en in de mand voor het vuile linnen, maar Cleo voelt niets. Ze dalen samen af naar de donkere kelder, maar ook dan is het kleine spookje niet bang, en ook de hond of de buurvrouw laten Cleo niet rillen van de angst. Hij begint te huilen van teleurstelling. Juliette wil hem heel graag troosten met een kop chocolademelk en een paar knuffels, maar niets helpt. Cleo is bang dat hij niet meer kan stoppen met huilen. Om dan te beseffen wat hij eindelijk is: bang.
Wat een originele aanpak om angst bespreekbaar te maken en bang zijn eens van een andere kant te bekijken. De typische angst van kinderen voor de monsters onder het bed of de donkerte van een kelder worden meegenomen en heel neutraal behandeld. Het gevoel 'bang' wordt eens vanop een afstand bekeken of hoe je zelf een heel andere wereld creëert door bang te zijn en de ander dat helemaal niet zo ziet. Je beseft pas wat het is om bang te zijn wanneer je er even bij stil staat en het probeert te beschrijven. Kinderen leren zo dat je bang mag zijn, maar dat het niet altijd nodig is en dat het niet voor iedereen hetzelfde is.
De illustraties zijn heel sfeervol en hebben voldoende aandacht besteed aan de emoties van zowel het spookje als van het meisje, maar ook aan de houding wanneer je angst ervaart wordt met de nodige aandacht weer gegeven. De mooiste tekening, vind ik, is degene waar Juliette haar spookvriend Cleo wil troosten door hem in haar armen te nemen. De tederheid die daaruit straalt is hartverwarmend. De illustraties zijn een volledige pagina groot en worden dus gelijkwaardig met de tekst behandeld –en zo hoort het want tekst en tekening zijn perfect op elkaar afgestemd.