Boefje
In twee babykartonboekjes 'Boefje' en 'Prinsesje' staan een babyjongen (het boefje) en een babymeisje (het prinsesje) centraal. Op de linkerpagina staat telkens: Waar is het boefje/prinsesje en op de rechterpagina zit het boefje/prinsesje achter een flapje verstopt … Het prinsesje doet er lieflijke dingen als bloemen plukken, haar lieve gezichtje wassen, een prinsessenkleedje aantrekken of met haar leuke speelgoed spelen. Het boefje doet minder lieflijke dingen, zoals er een knoeiboel van maken tijdens het eten, grote spetters maken in het zwembad, veel lawaai maken met zijn trommeltje of kiekeboe spelen onder de tafel. Beide boekjes eindigen met een spiegel waarin de lezer zichzelf als boefje/prinsesje kan zien. De kwaliteit van deze spiegel is echter zo erbarmelijk dat een vreemd vervormd gezicht je aankijkt. Flapboekjes voor de kleinste lezers zijn leuk. Maar waarom hier voor het stereotiepe meisje als prinsesje en jongen als boefje gekozen werd? Het versterkt enkel het clichématig rolmodeldenken en is dus alles behalve vernieuwend. Bovendien zijn de tekeningen erg flets van kleur, niet dynamisch of uitnodigend en maken deze boekjes alles behalve aantrekkelijk. Zelfs niet de prijs ...