Twee naburige dorpen liggen vredig naast elkaar. Tot er precies op hetzelfde moment in elk dorp een baby wordt geboren. De ene jongen is zot van groen, de ander van rood. En die kleuren worden een obsessie. Wanneer de twee elkaar ontmoeten, loopt het mis. Grondig mis. Ruzie en leugens stapelen zich op en de onvermijdelijke BOEM laat dan ook niet lang op zich wachten.

De kaft heeft iets agressief. Buiten het feit dat er BOEM staat, wat op zich geen probleem is, geeft de figuur die afgebeeld wordt me geen fijn gevoel. Een ietwat mollige figuur met een kleine snor vliegt op een bom met een rode vlag in de hand. Het is natuurlijk ook de bedoeling, maar of dit jeugdige lezers zal aantrekken, is nog maar de vraag. Dit is een boek dat onder begeleiding van een volwassene aangereikt en voorgelezen moet worden. Op de achterflap worden we al gewezen op de onderliggende thema’s: ideologische conflicten, fake news en geweld – en wat die kunnen teweeg brengen. Geen evidente kost voor lezers vanaf zeven jaar. 

Er worden weinig woorden gebruikt, maar de beelden spatten van de pagina’s. De tekeningen zijn heel fel en spreken voldoende voor zich ondanks het feit dat er maar van drie kleuren gebruik wordt gemaakt. Herkenbare situaties passeren de revue. Zoals de manier hoe dictators hun volk inpalmen en toespreken, een muur die opgetrokken wordt. Heel herkenbaar voor iedereen die zijn geschiedenis een beetje kent.

Het lijkt zwaar voor zevenjarigen, de leeftijd die de achterflap vermeldt, maar mits voldoende duiding kan dit wel een waardevol boek zijn.