Dit is het achtste deel van de reeks Boer Boris. In de boomgaard hangen de takken bijna tot op de grond. Terwijl Broer Berend een ladder haalt, komt Boer Boris al met de plukmachine. Alle appels, pruimen en peren worden in manden gelegd. Het zijn er zo veel dat ze niet weten wat ze er mee moeten aanvangen. Broer Berend, zus Sam en Boer Boris besluiten om met het openbaar vervoer naar oma in Den Haag te gaan. Eerst nemen ze de sprinter, dan de intercity en tenslotte de tram. Maar oma is niet de oude vrouw die je verwacht. Sam, Berend en Boer Boris kijken hoe machines aan de slag gaan met het fruit. Er wordt taart gemaakt van appels, jam van de pruimen en perensap. Wanneer ze terug naar huis gaan, liggen de zitjes op de trein vol taarten, potten pruimenjam en flessen perensap. Thuis wordt al dit lekkers gedeeld met de kippen, varkens, koeien, schapen en het paard.

De tekst, die op rijm is geschreven, sluit naadloos aan bij de illustraties. Die illustraties zijn in dezelfde stijl als de vorige boekjes van Boer Boris: heel eenvoudig met grappige details. Ze nemen telkens een volledige pagina in beslag. Kinderen zullen keer op keer op zoek gaan naar nieuwe details. Omwille van het rijm klinkt de tekst soms geforceerd. De tekeningen zijn niet altijd waarheidsgetrouw (blauwe kippen). Voor jonge kinderen is dit prentenboek wel ideaal om naar te luisteren en te bekijken. De tekst telt maximaal vier regels per prent. Het is niet de tekst die het meest aanspreekt maar de illustraties, die zorgen voor veel kijkgenot.