Bout is een lieve, zachtaardige ezel. Moertje de muis is zijn beste vriend. Zoals dat gaat met echte vrienden, doen ook Bout en Moertje alles voor elkaar. We krijgen eerst te zien wat Moertje allemaal doet: spelletjes bedenken, Bouts tanden poetsen, voor schaduw zorgen op warme dagen, eten brengen, haren kammen, naar vlooien zoeken ... Het houdt niet op. Ondertussen ben je toch wel onder de indruk van de ijver van Moertje. Het is niet niks wat dat muisje allemaal doet voor zijn vriend. En omgekeerd? Uiteindelijk, op de voorlaatste pagina, wordt die vraag dan ook gesteld: wat doet Bout eigenlijk voor Moertje? Als je het blad dan omdraait, krijg je meteen het antwoord. Hier worden geen woorden meer gebruikt, maar de prent spreekt voor zich. Je krijgt een close-up van het oor van Bout. Het is nacht en de volle maan schijnt aan de donkere hemel. En Moertje? Die slaapt veilig, warm en met een zalige glimlach in het oor van Bout ... Moertje is een mooi typetje. Hij is een beetje een uitslover, kijkt blijkbaar erg op naar Bout en stopt niet met het zorgen voor hem. Bout daartegenover is meer een flierefluiter. Hij ondergaat alles naar hartenlust en geniet van de aandacht. Nicole de Cock zette een eenvoudig verhaal neer over echte vriendschap. Vriendschap waarin niet afgewogen wordt hoeveel de één voor de ander doet, waarin het geven soms fijner is dan het krijgen. De tekst is erg sober en beperkt zicht tot het opsommen van Moertjes activiteiten en de herhaling van dezelfde zin: “want echte vrienden doen alles voor elkaar!”. Dit vinden kinderen heel prettig en ze zeggen het al vlug mee. De illustraties zijn krachtig, aantrekkelijk en mooi afgewerkt. Het geheel is een bijzonder mooi prentenboek met een sober, maar ontroerend verhaal!