Cherub. Hemelse waanzin
'Hemelse waanzin' is het vijfde boek uit de Cherub-reeks. Cherub is een afdeling van de Britse geheime dienst, waarbij kinderen zonder familie opgeleid worden tot spion. Zij wonen op de Cherub-campus en worden speciaal getraind om undercoverwerk te verrichten. Wie verwacht immers van kinderen dat zij geheime agenten zijn? Dit keer vertrekken James en Lauren samen met Dana naar Australie, voor hun meest gevaarlijke missie ooit. Ze moeten nl. infiltreren bij de Survivors, een sekte die brainwashing niet schuwt, en bovendien banden zou hebben met de terroristische milieuorganisatie Help Earth. Het hoofdkwartier van de sekte bevindt zich diep in het Australische binnenland, zodat er weinig ruimte is voor support en back-up. James en Laura staan er dus alleen voor. Door de vele groepsactiviteiten is er weinig plaats voor privacy en overleg. Ze moeten alles op alles zetten, om niet gehersenspoeld te worden en tegelijkertijd de nodige informatie te verzamelen. James’ vriendschap met Rat, de jongste – maar zeer sceptisch ingestelde en rebelse - zoon van de sekteleider helpt hen hun missie op het nippertje tot een goed einde te brengen. Dana wordt door de sekte dan weer op andere fronten ingezet, en dat zorgt voor een tweede, superspannende verhaallijn. Dit boek is een echte pageturner: beide verhalen wisselen elkaar af, maar leiden onafwendbaar naar een spannende apotheose. Deze actiethriller is een spannend en meeslepend boek, dat je op het puntje van je stoel gekluisterd houdt. De reeks staat vrij dicht bij de realiteit: James en Lauren zijn kinderen van vlees en bloed. In elk deel van de reeks komen we meer over hen te weten en krijgen ze meer diepgang. Ook Dana wordt goed uitgewerkt. Deze reeks is heel wat realitischer dan bijvoorbeeld de Alex-Reider-boeken van Anthony Horowitz. Geen hokus pokus, geen hightechtoestanden of snufjes, maar gedegen breinwerk vanuit overwachte hoek. Bovendien spreekt dit ook niet-lezers aan: taal, stijl en zinsbouw zijn vrij eenvoudig, moeilijke woorden komen haast niet voor en de hoofdstukjes zijn vrij kort. Met uitzondering van de missiebeschrijving, is er heel wat ruimte voor dialoog, wat het boek een stevige vaart geeft. Ideaal en onderhoudend leesvoer op een luie namiddag voor spionnen in spe. Niet meer, maar ook niet minder.