De superkleine robot stelt zichzelf voor. Hij is superklein, maar kan alles: rennen, klimmen, dansen, zingen en ook aardig drummen. De supergrote robot is wel duizend keer groter dan de superkleine robot, maar hij is gevallen en een beetje kapot. Een supergrote robot repareren, dat kan een superkleine robot die alles kan wel! Samen met zijn robothond Izu, klimt hij in de supergrote robot om eens te kijken wat er aan de hand is. In zijn binnenste ontmoeten ze andere robotjes die instaan voor de werking van het grote lichaam: de kleine blauwe beenrobot, de kleine blauwe knierobot, de kleine voetrobot, de dunne draairobot, de ratelende buikrobot, enzovoort. Maar er loopt een heleboel mis: er is van alles kapot, radertjes zitten vast, knopjes zijn fout ingesteld, een ketting is gebroken, ... Gelukkig kan superkleine robot alles en hij helpt supergrote robot weer op de been.
Net zoals de boeken in de kleurrijke Prinsessenreeks is dit een zeer apart en origineel prentenboek. De verrassende illustraties bestaan uit collages van stukjes metaal, radertjes, knipsels van geribbeld karton, metaaldraadjes, bouten, schakels, metalen ringetjes, enzovoort tegen een steeds wisselende achtergrond van karton, ruitjes- of millimeterpapier, canvas en dergelijke meer. Het geheel komt nogal druk en warrig over en dat gevoel wordt versterkt door de fragmentarische tekst. Die staat bovendien over de illustraties heen in een hoekig lettertype waarvan de grootte, kleur en schikking vaak verandert, hetgeen het voorlezen van dit boek tot een hele opdracht maakt. Wel leuk is het steeds weer herhaalde “ik kan alles”. Over zelfvertrouwen gesproken! Een aantrekkelijk en speels geheel voor kleine jongetjes die van robots en techniek houden.