Dankjewelalsjeblieft

Nina is een meisje van zes. Ze is vaak heel brutaal en dat vindt haar mama niet fijn. Wanneer ze in de tuin een stoere ridder aan het spelen is, die voor niets en niemand bang is, hoort ze haar naam. Nina gaat af op het geluid en ontdekt  een heel groot gat in een boom. Wanneer ze door dat gat kijkt, ziet ze een wonderlijk circus. Het is het circus van de Goede Manieren. Nina wordt uitgenodigd door directeur Dankjewelalsjeblieft om mee te doen met de kunstjes. Nina merkt dat, wanneer ze goede manieren heeft, alle trucjes vlot verlopen. Wanneer ze echter in haar vroegere gedrag hervalt en lelijke woorden gebruikt, grof is of stout, verdwijnen de leuke dingen. Zo verdwijnt een lekkere suikerspin in het niets wanneer Nina geen dankjewel zegt. Ze moet weer helemaal gaan aanschuiven in de lange rij. Wanneer ze opnieuw aan de beurt is en heel netjes dank je wel zegt, krijgt ze de lekkere suikerspin. Na haar avontuurlijke reis naar het circus is Nina heel wat liever tegen haar mama en haar hond Hugo. De prenten in het boek nemen je inderdaad mee naar een magische wereld. Er worden warme, heldere kleuren gebruikt die je meteen een fijn gevoel geven. Het verhaal kan me iets minder bekoren. Wanneer ik het lees, komt bij mij vooral het gevoel naar voor dat de auteur een duidelijke boodschap wou meegeven met dit verhaal. Maar ik vind dat hij hierin iets te duidelijk geweest is. Het idee erachter is goed, maar naar mijn normen is het verhaal iets te belerend geschreven. Ook het taalgebruik is te grof en soms niet echt poëtisch te noemen. Dient het woordje ‘shit’ echt gebruikt te worden om aan te tonen dat de kleuter hier grof taalgebruik hanteert? Moet ze echt ‘stomme kip’ zeggen tegen haar mama?