Dans om het Zwarte Goud
Het boek begint zo'n 300 jaar geleden in Ghana. Willem woont met zijn vader, die koopman is, in het Fort Sint-Joris. Zijn moeder, zusjes en broer verblijven in Nederland. Wanneer Willems vader verder reist, blijft Willem in Ghana want er is zoveel dat hem daar fascineert. Hij maakt dadelijk kennis met de koopwaar 'slaven' en met allerlei gewoontes waar hij veel vragen bij heeft. Kan je als goede christen zomaar beschikken en beslissen over het leven van een ander mens? Dan volgt het verhaal over Kofi, een slaaf die geketend en gebrandmerkt naar Suriname verscheept wordt. De slaven worden er verkocht aan de blanken om hen te laten werken op de plantages. De slaven houden onder mekaar hun gebruiken, tradities en verhalen in ere om ze aan hun nageslacht te kunnen doorgeven. Er komen veel rassenvermengingen voor en opstanden: vele slaven kunnen ontsnappen en bouwen een nieuw bestaan op in het bos. Wanneer de slavernij wordt afgeschaft, zwermt de bevolking uit over verschillende continenten. Velen komen in Nederland terecht, brengen hun cultuur en gewoontes mee. Een verleden dat belangrijk is voor hun kinderen. Wanneer anno 2000 een Nederlands meisje brieven vindt van Willem, een bet-, bet-, betovergrootvader, is de cirkel rond. Kofi en Weston die bij haar op school zitten, komen meer te weten over de slavernij en hun afkomst. Ze besluiten samen naar Ghana te reizen waar alles begon. 'Dans om het Zwarte Goud' is een spannend historisch verhaal, dat vele eeuwen bestrijkt. Het is de ontroerende geschiedenis van een volk dat ondanks alles zijn waardigheid en zijn tradities weet te bewaren.