De almacht van de boktor
De boktor kan alles maken: hoge bomen waaruit je zacht kan vallen, vleugels voor wie nooit gevlogen heeft, … Altijd opnieuw komt er wel iemand langs, die wil dat hij iets maakt wat hij nog nooit gemaakt heeft. De boktor wordt er moe van, vreselijk moe. Hij wil zo graag dat het ophoudt. Hij kan alles maken, maar niet iets wat ervoor zorgt dat niemand meer iets van hem wil, dat iedereen hem gerust laat. En dan is er nog de hazelmuis, die zo graag eens jarig wil zijn en geen idee heeft hoe dat voelt. Ze trekt de deur achter zich dicht en gaat op zoek, totdat ze uiteindelijk bij de boktor belandt. Deze verhaaltjes zijn Tellegen op z’n best: ze kabbelen zachtjes voort, gaan over van alles en toch ook weer over niets. Geen enkel verhaaltje bevat een expliciete levensles, en toch stemmen ze tot nadenken. Er spreekt soms weemoed uit, ja soms zelfs wanhoop, maar zich erin wentelen doen ze niet, mede door de immer aanwezige milde vorm van humor. En ze komen nog meer tot hun recht als je het boek in kleine stukjes degusteert. Ondanks het feit dat de verhaaltjes zich afspelen in Tellegens fantasiewereld, zijn ze heel herkenbaar, misschien nog meer voor volwassenen dan voor kinderen. Ook dit is weer een echte aanrader.