De avonturen van Max Kruimel. Superheld op sokken
Max Kruimel zit sinds kort op een geweldige middelbare school maar echt geweldig vindt hij het er niet. Dat komt doordat hij er gepest wordt. Thuis durft hij dat niet te vertellen want als alternatief wacht hem dan thuisonderwijs door zijn oma en dat wil hij koste wat het kost vermijden. Wanneer hij op vrijdagmiddag, net voor een lang weekend, door de pesters wordt opgesloten in zijn kluisje, ziet het er niet goed voor hem uit. Had hij maar superkrachten, zoals de helden uit zijn stripboeken. Jammer genoeg is de enige superkracht waarover hij beschikt het vermogen om een pizza vanop een kilometer afstand te ruiken. Toch slaagt hij erin zichzelf via het verluchtingsysteem te bevrijden. Meer nog ... hij ontdekt er drie dieven die de nieuwe computers van de school willen stelen. Vanaf dat moment krijgt het verhaal een andere wending en grijpt de anti-held de kans om als superheld, op sokken weliswaar, de dieven te ontmaskeren.
Na twaalf delen van 'Dagboeken van een muts', lijkt het alsof de auteur aan een nieuwe succesvolle reeks is begonnen, dit keer met een jongen, Max Kruimel, in de hoofdrol. Ze maakt gebruik van dezelfde ingrediënten. Ze confronteert een enigszins zielige figuur, Max in dit verhaal, met een aantal pestkoppen in een voor tieners herkenbare schoolcontext. Die beleven samen een ongelooflijk avontuur dat vanuit het oogpunt van Max wordt neergeschreven in blogschrift op lijntjespapier. Absurde dialogen, flauwe grappen en doorstreepte reflecties worden afgewisseld en nog luchtiger gemaakt door stripachtige illustraties. Omwille van de toegankelijkheid zal ook dit boek, misschien wel het eerste van een nieuwe reeks, zijn weg wel vinden naar tal van liefhebbers van eerder verschenen reeksen.