De meeste Griekse goden komen in dit boek aan bod: Perseus, Eros, Hades, Kronos, Rea, Zeus, Hera, enz. Ook de onderwereld, de nimfen, het orakel krijgen een plaatsje. De auteur goot alles wel in een hedendaags en modern kleedje. De verhalen zijn kort en zeer gemakkelijk te lezen, goed gericht op het doelpubliek. Op zich geen gemakkelijke opgave om de vaak wrede mythen om te buigen naar toegankelijke materie, met zelfs een portie humor erbovenop. De verhalen zijn voor volwassenen bekend. De grote lijnen werden behouden, maar de auteur nam de vrijheid om er wat extra elementen aan toe te voegen, om het wat luchtiger te kunnen maken. Het geheel is zeer luchtig en heeft geen echte body of kracht, ondanks de stevige materie van de Griekse mythologie blijft het niet echt hangen.

De schrijfstijl is zeer vertellend, maar stoort al gauw. Het aantal keren dat er “floep!” geroepen wordt is niet bij te houden en ook het zinnetje van het Orakel “Ik zzzie en weet, ik weet en zzzie” komt zo vaak terug dat het stoort. Idem voor het gekrijs van Kotto, de adelaar van Zeus: “Wiik, wiik!”. De bladspiegel is rustig en overzichtelijk. Illustraties van Anna Sikkes vullen het verhaal aan. Zij maakte ook de speelse en luchtige cover. Voor jonge kinderen een luchtige eerste kennismaking met de Griekse mythologie.