De castraat
Italië, 1570. De zeventienjarige Louis Dubois verfijnt zijn buitengewone stem samen met zo’n twintig andere castraten op het exclusieve Instituto di Arti Musicali. Zijn moeder is gestorven en zijn vader levert dubieuze diensten voor bisschop Sforza. Die laatste betaalt Louis’ dure opleiding, maar eist daar op een bepaald moment ook wederdiensten voor. Op vakantie in Venetië lijkt het leven een droom: iedereen valt voor de knappe zanger en Louis beleeft een stormachtige liefde. Maar de droom ontaardt in een nachtmerrie.
Dit coming of age-verhaal is geschreven in de vorm van een dagboek, waardoor je heel dicht bij de ik-figuur staat. Je worstelt als het ware mee met Louis en zijn seksuele geaardheid, je volgt de hoogten en laagten van al zijn gevoelens, je ontdekt ook het leven en de ware aard van de bisschop op zijn ritme. Een mogelijk nadeel is dat het weinig aan de verbeelding overlaat. Alles is expliciet verwoord. De korte hoofdstukjes, vlotte stijl en vele dialogen zorgen ervoor dat je de vierhonderd bladzijden in geen tijd leest. Ondanks de eeuwen verschil, blijven immers ook de pubergebeurtenissen en -gevoelens tot op grote hoogte herkenbaar. Daarnaast intrigeert de wellicht onbekende praktijk van castraten. Venetië in de zestiende eeuw is tot slot beschreven alsof je erin rondloopt.
Deze roman sluit aan bij de young adult-trilogie De Kronieken van Goud & Bloed, maar je kan het er ook los van lezen. De laatste bladzijde geeft heel duidelijk aan dat er een vervolg komt, waarin Louis naar Rome trekt.