De clan van de wolvin
Dank zij Harry Potter zijn heksen en tovenaars weer bijzonder populair geworden. De Spaanse schrijfster Maite Carranza wil een hele cyclus aan de heksenwereld wijden waarvan ‘De clan van de wolvin’ het eerste deel vormt. Het hoofdpersonage, de veertienjarige Anaïd, doet enigszins denken aan Harry Potter, haar Britse broeder in de toverkunst. Net als Harry weet Anaïd aanvankelijk niet dat ze tot een gemeenschap van heksen behoort. Ze vermoedt zelfs niet dat er naast de alledaagse wereld nog een heel andere werkelijkheid bestaat. Ze leidt een onopvallend leven samen met haar moeder Selene in een klein dorpje in de Pyreneeën. Anaïd is op school niet populair en ze kijkt op naar haar moeder die een flamboyante schoonheid is. Het meisje mist vooral haar grootmoeder Demeter, een vroedvrouw, die een jaar eerder gestorven is tijdens een storm toen ze terugkeerde van een patiënt. Wanneer op een dag Selene verdwijnt, breken er drastische veranderingen aan voor Anaïd … Voor ze het weet, zit ze verwikkeld in de strijd tussen twee rivaliserende heksenstammen: de Omar, waartoe zij zelf behoort en de mooie, maar verraderlijke Odish. Anaïd blijkt over bijzondere krachten te beschikken en zal – en ook dit doet aan Harry Potter denken – een leidinggevende rol gaan spelen om de toekomst van de Omar veilig te stellen. Volgens een eeuwenoude profetie zal er een uitverkorene opstaan die een einde stelt aan de verbeten zusterstrijd tussen Omar en Odish. Maar wie is die lang verwachte uitverkorene? Selene met haar vlammende haardos voldoet in elk geval aan de beschrijving uit de profetie. En wat is er met haar gebeurd? Hebben de Odish haar ontvoerd of is Selene overgelopen, gezwicht voor de rijkdom en de macht van de Odish … Al bij al is de afloop van de roman vrij voorspelbaar omdat een ervaren en attente lezer al gauw zal doorhebben wie de ware uitverkorene is. Dit neemt niet weg dat het verhaal behoorlijk spannend blijft en de gebeurtenissen volgen elkaar in een hoog tempo op. Toch kan al het getover op de duur gaan vermoeien. De heksen ontmoeten geesten, veranderen van gedaante, roepen illusies op en reizen door tijd en ruimte dat het een lieve lust is. En dat alles zonder het minste greintje humor. Dat de clan van de wolvin ‘het beste boek van de wereld’ zou zijn, zoals een commentaar op de achterflap beweert, is schromelijk overdreven, maar het is toch wel de moeite waard. Het is afwachten of Maite Carranza hetzelfde niveau zal kunnen aanhouden in de volgende delen.