De Drakenkaart

Het verhaal begint bij Wycca, een draak die zeer binnenkort een ei moet leggen. Zij zoekt gedreven een nestplaats. Ze botst op een vreemde muur, die geen muur van steen, ijs, vuur noch lucht is. Dit lijkt haar de ideale plek. De muur opent zich en Wycca verdwijnt… Als Wycca niet meer opdaagt, wordt tovenaar Gideon al snel ongerust. Hij ontdekt dat Wycca door de poort is gegaan waardoor ze in een ander tijdperk is terechtgekomen. Gideon moet zijn draak zo snel mogelijk terugvinden. Zijn leven hangt er van af. Nu Wycca weg is, kan én zal zijn aartsvijand Kobold wraak nemen. Gideon bereidt zich voor op een verre reis, graait wat toverspullen bij elkaar en verdwijnt eveneens door de muur, zijn draak achterna… Dorine Olson, die Dodo wordt genoemd, is een bijdehand meisje, wiens vader antropoloog is. Hij staat op het punt op expeditie te vertrekken. Dodo moet thuis blijven bij Mikko, de inwonende oppas. Als haar vader weg is, vindt Dodo troost bij haar verzameling drakenkaarten. Ze heeft bijna genoeg kaarten om bij het drakenclubje te kunnen aansluiten. Op een dag kleeft er een prachtige kaart met een bijzondere draak aan haar schoenzool. Dit is het begin van een heleboel gebeurtenissen, die uiteindelijk zullen leiden tot een krachtmeting tussen Kobold, Gideon en nog een aantal andere mysterieuze personages. Voor lezers die van fantasy houden, begint het boek hoopvol. Er zit aanvankelijk vaart in, er gebeuren spannende dingen en er wordt een hele voorgeschiedenis gesuggereerd. Door allerlei ‘ongelukjes’ in de verhaallijn en de schrijfstijl valt de vlotheid al snel weg. Het verhaal wordt erg verward verteld en springt van de hak op de tak. Er worden heel wat details vernoemd die vaak wel leuk gevonden en beeldend zijn, maar die eigenlijk niets bijdragen aan het algemene plaatje of de inhoud. De lezer houdt er wel enkele fijne, filmische fragmenten aan over. Ook in een fantastisch verhaal als dit, waarbij de lezer bereid is heel wat voor waar aan te nemen, moeten de details kloppen. Dat is hier soms niet het geval. Zo kan de draak Wycca, in onze tijd aangekomen, rustig door de achtertuintjes van een huizenrij wandelen en in de vuilnisbakken snuffelen, zonder te worden opgemerkt. Vaak zijn de zinnen veel te lang om vlot te lezen. Er zijn zoveel bijzinnen dat één zin soms wel acht regels beslaat. Daar had de vertaalster een mouw kunnen aanpassen. Een pluspunt is dat enkele personages erg realistisch en boeiend zijn uitgewerkt. Mikko is een intrigerende, mysterieuze jonge vrouw, die weinig van zichzelf prijsgeeft. Gaandeweg wordt duidelijk dat ze een wijze dame is die veel weet en kan en die eveneens wat thuis is in de geheime tovenaarskennis. Dodo is een verstandige meid, die haar eigen interesses heeft, maar sociaal nogal geïsoleerd is. Zowel haar sterke als haar gevoelige kant worden nadrukkelijk in de verf gezet. Naast deze sterke portretten, zijn er dan weer andere personages die bijna karikaturaal en kinderachtig weergeven worden. Dit boek is een gemiste kans. Het lijkt niet helemaal ‘af’. Het verhaalgegeven heeft tal van mogelijkheden, er zitten originele vondsten in en de wisselwerking tussen de twee werelden zal liefhebbers van fantasy vast aanspreken. Maar, het had beter gekund!