De eenzaamheid van de egel
Op een ochtend schreef de egel met grote letters op zijn deur: ‘DE EGEL’. En eronder, iets kleiner, schreef hij: ‘eenzaam’. Dit deed hij opdat de andere dieren niet alleen zouden weten wie hij was, maar ook wat hij was. Daarna speelde hij een onbekend iemand die toevallig passeerde, en zo ontdekte hij hoe het huisje eruit zag van een heel, heel eenzaam iemand. Terwijl hij daarna, buiten, in slaap viel, hoorde hij niet hoe niet ver daar vandaan de andere dieren feestvierden en riepen “Is iedereen er?” “Ja, iedereen is er.” Met dit intrieste verhaal opent Tellegen deze gevoelige bundel, waarin hij doorheen 28 korte verhaaltjes de eenzaamheid van de egel in al zijn facetten uit de doeken doet. ’Denken’ is zowat het leidmotief van de egel. Zijn gedachten staan nooit stil. Hij kan uren, dagen nadenken over één stekel of één stofje. Maar tot handelen komt hij niet. Soms komt hij toch in actie om zijn levenspatroon licht te veranderen, maar het falen loert telkens om de hoek. En als er al eens bezoek wordt aangekondigd, is hij zo in de war dat het nakende bezoek telkens voortijdig wordt afgeblazen. Hij heeft niet of nauwelijks contact met de andere dieren, maar hoort hen vaak in de verte wel feesten of discussiëren over eenzaamheid en het samen goed hebben. De verhaaltjes zijn verrassend en doordrenkt van de zieligheid, maar de hoop is nooit ver weg (hoewel die nooit ingelost wordt). Zo blijven zij licht van toon, mede dank zij de milde humor. Hoewel niemand het zich toewenst, zijn herkenbaarheid en meeleven de grote troeven van deze pareltjes. De tweekleurige illustraties geven de emoties en de eenzaamheid perfect weer. Het grote zwart maakt de eenzaamheid drukkend en nauwelijks draagbaar, terwijl de oranje vlakken het geheel oplichten en de hoop toevoegen. Alleen al de houdingen van de egel (en de andere dieren) spreken boekdelen, terwijl de composities tevens treffend zijn.