De ezel en de os
In de bouwvallige stal van een herberg staan een os en een ezel. De os is bazig, hij gunt de ezel amper wat om te eten en hij doet hem vaak pijn. De ezel wordt bovendien voor alle zware karweitjes ingespannen. Alles verandert op een nacht: plots wordt de stal helder verlicht en even later komen Jozef en Maria de stal binnen. De ezel balkt blij en voor het eerst wordt hij geknuffeld. Er volgt nog een verrassing: "In deze heilige nacht bracht Maria het kindje Jezus ter wereld." Ik citeer om aan te tonen hoe ouwelijk plechtig de taal in dit verhaal soms is. Het kindje weent en de ezel denkt dat het te koud is. Hij blaast warme lucht over het kindje. Jezus wordt rustig en slaapt. Maar die gebeurtenissen laten ook de os niet onberoerd. .Voor het eerst laat hij het grootste deel van het hooi aan de ezel, hij komt dicht bij de ezel staan en geeft hem een lik. Samen zorgen de dieren ervoor dat Jezus het niet koud krijgt. Kort nadat de drie koningen vertrokken zijn moeten Maria en Jozef met hun kindje vluchten naar Egypte. Waarom wordt niet gezegd, evenmin als waarom ze naast de herberg in een sjofele stal moeten slapen. En waarom zijn ze op weg als Maria hoogzwanger is? De herbergier leent zijn ezel uit om Maria en het kind te dragen op weg naar Egypte. Nu hij helemaal alleen in de stal staat, beseft de os hoe erg hij de ezel mist. De focus van het verhaal is gericht op de relatie tussen de os en ezel. Daardoor blijven drie waarom-vragen onbeantwoord. Ook aan het thema vluchtelingen wordt voorbijgegaan. Het is wel een lief verhaal met dito illustraties in pasteltinten.