De Grote Slokop

De Grote Slokop heeft altijd honger, zo’n honger dat hij wel een heel huis kan opeten. Maar de witte muis kan wel een hele boot opeten en de rosse kat een emmer, een schep én een glas rode limonade! En de walvis, uiteindelijk, een piratenschip, een schatkaart, een spaarvarken, een regenjas, een anker, een ketting, een vlag, een tinnen trom en een tonnetje rum. Maar de Grote Slokop kan het niet meer aanhoren en slokt alle dieren op. Dat is pas grote honger! Het boek is humoristisch omdat de dieren zo’n absurde opsomming maken van al de dingen die ze zouden kunnen opeten. Dit vinden kinderen meestal erg grappig. Na de opsomming volgen steeds slurp- en slokgeluidjes gevolgd door de woorden “en dat is pas grote honger”. Dit herhalingselement verhoogt het vertelplezier. De kleurrijke tekeningen maken de tekst aanschouwelijk. Op de rechterpagina wordt telkens het dier afgebeeld, omringd door al wat het wel zou kunnen opeten. Dit levert grappige details op.