De gruwelgevangenis

Het geheim van de onmogelijke ontsnapping

Sandrijn woont met zijn ouders in de gevangenis. Historisch was het gebouw een attractie waaruit niemand kon ontsnappen. De jongen gaat op onderzoek uit of het wel mogelijk is. Zijn vader bewaakt de gevangenen, hij moet ervoor zorgen dat er niemand ontsnapt en zijn moeder is het kamermeisje. Het jongetje kent alle gangen, sloten en codes. Hij houdt een dagboek bij en daarin voelt hij zich volledig vrij. Sandrijn gaat bij alle gevangenen op prospectie en noteert in zijn dagboek wat hen interesseert, waarmee ze bezig zijn. Het zijn allen bizarre personages die niet vies zijn van de meest walgelijke smurrie.

Er zit een ondertoon van humor in het avontuur. Er wordt tussendoor veel aandacht besteed aan details. De gedetailleerde beschrijvingen gaan vooral over de vieze smurrie die overal opduikt, bij de inrichting van de cellen, bij zowel de maaltijdbereidingen als bij het onderhoud van de cellen. De auteur gaat er zeer ver in: de beschrijvingen van de smurrie doen je haast kokhalzen. Dit boek roept twee reacties op: hetzij afkeer of satirische humor.

De auteur is virtuoos in het bespelen van onze taal, ter illustratie de opsomming van synoniemen voor gevangenis: "De bajes, de bak, het cachot of de cel. De gribus, de lik, de petoet of de kerker. De viool, het vertrek, de tronk of het gevang." De uitvoerige beschrijvingen hebben deels een remmend effect en maken het lezen ook ietsje vermoeiend. Kortom, een hilarisch boek voor de genieters van walgelijke beschrijvingen.