De hond die op de maan danste
Jeremy is een rustige jongen die graag alleen is, of nog beter: met twee. Hij houdt namelijk van het gezelschap van zijn hond, Maxwell. Vanaf het moment dat Jeremy verkondigt dat hij graag het heelal zou leren kennen, wordt hij ermee uitgelachen. Dat went niet voor hem, en hij blijft dromen. Op een dag ziet hij een advertentie om als astronaut de ruimte in te gaan en het beste van al: huisdieren mogen mee. In de ruimte observeert en leert hij veel bij tot ze een komeet ontdekken die op de aarde afstevent. Jeremy komt met een briljant idee om de komeet te doen afbuigen en met het lef om het samen met zijn hond uit te voeren. De aarde wordt gered en Jeremy en Maxwell worden uitgebreid gevierd.
John Boyne is welbekend als schrijver en ook Edward van de Vendel is geen onbekende in de boekenwereld. Dat schept natuurlijk verwachtingen, die wat taal betreft zeker worden ingelost. De woordkeuze is mooi en niet alledaags ("Dat schaadde zijn vertrouwen en versterkte zijn schroom.") De tekst is op rijm gezet, wat het geheel vooruit duwt. Je kunt het met veel shwung voorlezen ("Maar ze zagen op een dag, heel ver een komeet, een vurige dreiging die de ruimte doorsneed.") De fantasie ontbreekt niet en zorgt meermaals voor een lach tijdens het verhaal.
Het is een optimistisch verhaal, over geloven in je dromen en niet opgeven, maar ook over pesten en onze aarde. Alles wordt vernoemd zonder zwaar te worden. De illustraties zijn zeer kleurrijk en levendig, maar zijn soms een beetje te druk. Zo mis je overzicht, maar misschien volgen ze gewoon het ritme van de tekst –en die leest zeer vlug en levendig. Heel knap en origineel is bijvoorbeeld hoe de lancering van het ruimteschip wordt weergegeven; met een collage van kleur en lijnen voel je de kracht die erachter zit.