De hond van Vincent van Gogh

Wanneer kunstenaar Vincent van Gogh op een dag niet weet wat te schilderen, neemt hij zijn gerief onder de arm en gaat naar buiten. Daar wordt hij verrast door een hond die er met zijn penseel vandoor gaat. Van Gogh volgt de hond en komt zo op de plaatsen die hij heeft geschilderd, te beginnen met het gele huis, een veld zonnebloemen en verder met een café, een sterrenhemel en om te eindigen bij zijn slaapkamer. Al deze plaatsen zijn onderwerp geweest van zijn echte schilderijen die op de laatste pagina van het boek te zien zijn.

De hond is de rode draad doorheen het verhaal en neemt je als lezer mee langsheen zijn schilderijen die herkenbaar zijn, zeker als je ze kunt opzoeken achteraan het boek.  Helaas is het hoofdpersonage niet herkenbaar als Vincent van Gogh en heb je het gevoel of je naar een totaal andere persoon aan het kijken bent. Wanneer je illustraties maakt bij een boek over zo een bekend en getalenteerd schilder weet je dat je nooit kunt evenaren aan de echte schilderijen, maar je zou toch verwachte om de basis van zijn werken mee te nemen en die mis ik. Ik voel geen dynamiek in de illustraties, en mis het gebruik van licht en kleur om een bepaalde sfeer op te roepen. Ook de diepe emoties die Vincent van Gogh beleefde en wou uitdrukken in zijn schilderijen komen niet aan bod (hij ziet de sterrenhemel maar hij kan niet te lang blijven staan!). Tenslotte blijft de hond bij Vincent van Gogh wonen, maar er is nergens bewijs dat hij sterk geïnteresseerd was in honden, laat staan een hond heeft gehad. Op de achterflap staat dat ze met dit boek jonge lezers willen leren hoe ze de wereld door de ogen van een kunstenaar kunnen bekijken, maar de kunstenaar in dit boek had nergens tijd voor en was steeds gehaast om de hond in te halen. Om een omgeving tot je door te laten dringen, heb je tijd nodig en moet je vrij zijn van andere zorgen of plannen en dat komt hier totaal niet aan bod.