De hoofdprijs

Vijf doden, één zwaargewonde. Dat wil niemand op zijn geweten hebben, ook Stijn niet. Wanneer hij na een auto-ongeval in het ziekenhuis belandt, gelooft Stijn er dan in eerste instantie ook niets van. Hoe kan hij nu een ongeval hebben veroorzaakt zonder dat hij een rijbewijs heeft? Maar langzaam komt zijn geheugen terug en vallen de stukjes op zijn plaats. Dronkenschap, kameraden, stoerdoenerij, meisjes, … Stijn moet er een zware tol voor betalen. ‘De hoofdprijs’ gaat over een hedendaags thema in de jongerenwereld: straatraces. Heel het verhaal komt erg zie-je-nu-wel-dat-je-zoiets- niet-moet-doen over. Deze boodschap die men wil meegeven hangt een beetje als een schaduw over de inhoud van het verhaal. Het verhaal op zich is leuk uitgewerkt; flashbacks en dagboekfragmenten wisselen af met stukjes hier en nu. De onderverdeling tussen de verschillende stukken is duidelijk gemaakt door gebruik van een ander lettertype. Een up-to-date uitgangspunt dus, in een leuk jasje, maar jammer genoeg zeer belerend uitgewerkt.