De jacht op de sabeltandtijger

'De jacht op de sabeltandtijger' is een prentenboek over het ontstaan van de tekenkunst. Tijdens de lessen geschiedenis in de lagere school leerden we allemaal dat de grotschilderingen in de oertijd de eerste manifstatie waren van de tekenkunst. Maar hoe de oermens ertoe kwam om grotschilderingen te maken, blijft een raadsel waarop dit boek een ludiek antwoord probeert te geven. Het stelt dat er ooit een oerdorp was dat bedreigd werd door een sabeltandtijger, een dier dat nog nooit door iemand gezien werd maar gekend staat als heel gemeen. De mannen van het dorp maken er jacht op. Olun mag niet mee doen, hij is nog te jong. Maar Olun besluit om alleen op jacht te gaan. Hij gaat langs bij de medicijnman die snel iets, een wit steentje, van de grond opraapt om hem een “magische bescherming” mee te geven. Het meisje Uma wil Olun volgen op zijn tocht, maar Olun wil hier niet van weten: “Jagen is mannenwerk”. Wanneer de nacht valt, hoort Olun een verschrikkelijke kreet. Hij draait zich om want hij weet wat hem te doen staat. Met de steen die hij van de medicijnman kreegt, tekent hij een verschrikkelijk monster op de steen achter hem. Zo, de sabeltandtijger werd in deze lijn gevangen. Het nieuws over deze ontdekking doet snel de ronde en zo begint iedereen te tekenen. Overal ontdekken de oermensen beesten, zelfs sommige waarvan ze het bestaan nooit vermoed hadden. En op een ochtend ontdekt Olun allemaal pijlen die hij nieuwsgierig volgt. Ze leiden hem tot bij Uma. Uma heeft Olun getekend, zo kan hij nooit meer weg. Zo zie je maar: mannen zijn misschien het sterkst, maar vrouwen zijn het slimst.
Het verhaal op zich is wat flauw, maar op de prenten valt heel wat meer te beleven. Zo zie je de stoere mannen op jacht nogal domme dingen doen. Vooral de man met het gele broekje aan (het opperhoofd?) heeft helemaal geen conditie. Hij doet een dutje onder de boom terwijl de anderen op de uitkijk staan en wanneer ze gaan lopen ziet hij zo rood als een tomaat. Bovendien valt één van de mannen in een zelfgegraven kuil.
Verder merk je op de tekeningen dat Olun vergezeld wordt door een aantal dieren tijdens zijn jacht. Het zijn twee konijntjes, een beer, een mammoet en een muis. De expressie op de gezichten van deze dieren is geweldig. Bovendien zien we dat de schreeuw die Oluns aanval op de sabeltandtijger uitlokt eigenlijk afkomstig is van de muis. De beer was per ongeluk op haar staart gaan staan. Terwijl de andere dieren verrukt zijn over de tekening van Olun, staat de muis boos te schreeuwen op de beer omdat haar staart pijn doet.
Op de tekeningen merk je ook dat er gespeeld wordt met anachronismen zoals een raam met kamerplanten die door een vrouw op de tent getekend worden.
De tekenstijl die in dit boek gehanteerd wordt, is opvallend. De figuren worden afgelijnd met een andere kleur dan deze waarmee ze zijn ingekleurd. Op die manier is er extra aandacht voor de tekenstijl die door Olun in dit boek ontwikkeld werd. Dat dit weinig overeenkomt met het uitzicht en de functie van de oorspronkelijke grotschilderingen van oermensen is eigenlijk niet belangrijk.