De jonge Samoerai. De weg van het zwaard
In het eerste boek is de Engelse Jack Fletcher als twaalfjarige gestrand in Japan nadat de volledige bemanning van het schip waarop zijn vader opperstuurman was, is uitgemoord. Jack wordt geadopteerd door de legendarische krijgsheer Masamoto. Masamoto stuurt Jack, samen met zijn zoon Yamato en het nichtje Akiko, naar zijn eigen samoeraischool. In dit deel moeten de drie jongeren haast bovenmenselijke inspanningen leveren om te mogen deelnemen aan de Cirkel van Drie, een oud samoerairitueel, waarin men tot het uiterste gaat, en zelfs daar nog voorbij, om de kandidaten te testen op vechtkunst, moed en kracht van hun geest. Intussen krijgt Jack af te rekenen met een groeiende vreemdelingenhaat, zowel in de school als daarbuiten. Daarnaast maakt hij zich zorgen om zijn kleine zusje, dat in Engeland is achtergebleven bij een oude buurvrouw. Het is dan ook geen wonder dat hij geteisterd wordt door afschuwelijke nachtmerries, die evenwel in het echte leven nog overtroffen worden door toedoen van de moordenaar van zijn vader: de ninja Drakenoog. Het verhaal is opnieuw knap in elkaar gestoken en zeer meeslepend. De filmische stijl van Bradford geeft je het gevoel rond te dwalen in het zeventiende-eeuwse Japan, de slagen van de talloze gevechten bijna te voelen en mee te huiveren bij de confrontatie die elke deelnemer moet aangaan met zijn grootste angst. Waar je in het eerste deel veel leerde over de toenmalige Japanse cultuur, ligt in dit deel de focus meer op de psychologie van de personages. Het is zonder meer uitkijken naar deel drie: De weg van de draak.