De jongen die in de muur verdween
Amsterdam, 1632. Dirk, zoon van chirugijn Nicolaas Pieterszoon Tulp, dringt stiekem binnen in het Waaggebouw. Daar wordt door zijn vader het lijk van een terechtgestelde opengesneden. Dirk, die geen bloed kan zien, wordt misselijk. De jonge Rembrandt schetst het tafereel met de chirurgen rond de snijtafel en de kotsende jongen in de rechterhoek. Wanneer Dirk merkt dat ook hij op het doek staat, wil hij dat ongedaan maken. Met de hulp van twee vrienden en van Saskia van Uylenburgh raakt hij binnen in het atelier. Daar wordt ‘De anatomische les van Dr. Nicolaas Tulp’ afgewerkt. Rembrandt is die dag afwezig. Met beenderzwart en donkere aarde probeert Dirk zijn portret te overschilderen.
Een spannend en leerzaam verhaal dat zich afspeelt in het zeventiende-eeuwse Amsterdam. Rembrandt schetst in dat jaar zijn eerste groepsportret. Dirk die in de gunst van zijn vader wil komen, werkt zich voortdurend in nesten door contact met foute vrienden. Via dit boek maken we kennis met de kunsthandel in die tijd in en rond de Breestraat. Daar bevindt zich het Rembrandthuis. ‘De anatomische les’ hangt in het Mauritshuis in Den Haag.