De jongen die Picasso beet

Een vrolijke gele kaft met een al even vrolijke titel, dat prikkelt de nieuwsgierigheid. Was de nieuwsgierigheid na lezing bevredigd? Min of meer.
Antony Penrose is de zoon van fotografe Lee Miller en kunstenaar Roland Penrose. Door de kunstenaarskringen waarin zij verkeerden, raakte Tony vertrouwd met diverse kunstenaars, waaronder Picasso. Dit boek kan je dan ook zien als een eerbetoon aan de grote kunstenaar, een boek dat duidelijk dient om kinderen kennis te laten maken met de werken van de meester.
Op een luchtige toon vertelt Tony over zijn kindertijd, waarin Picasso als vriend van zijn ouders een belangrijke rol speelde. We zien de meester als een echte dierenvriend, als een man die vaak stukken afval gebruikte om beelden te construeren, als iemand die kinderen rustig met zijn materiaal liet spelen, waar volwassenen er met hun tengels af moesten blijven. Bovenal krijg je een beeld van de sprankelende inventiviteit waarmee Picasso gezegend was.
Daarnaast merk je dat dit boek met warmte en liefde geschreven is, wat het boek naar een hoger niveau tilt. De vraag is echter of kinderen die niet vertrouwd zijn met het werk van Picasso geraakt zullen worden door dit verhaal. De wervende titel blijkt maar een kleine anekdote in het boek en dat is toch wat te beperkt als uitgangspunt.
Het blijft uiteraard een verdienste om kunst naar kinderen toe te brengen, iets waar, gezien het grote aantal boeken hierover dat we de laatste tijd in Engelse en Franse boekhandels zagen, blijkbaar én gelukkig een draagvlak voor is. Alleen denken we dat deze publicatie enkel mits begeleiding zijn doelpubliek kan bereiken.
Vooral als nostalgisch tijdsdocument interessant.