De laatste beer
Toen April vier was, stierf haar moeder in een auto-ongeluk. "Aan haar denken is nu zoiets als denken aan een heerlijke zomervakantie van lang geleden." Sindsdien leeft ze met haar vader die zich als wetenschapper hele dagen op het onderzoeken van weerpatronen stort. Dat hij nauwelijks tijd voor haar heeft en dat de meisjes op school haar niet mogen, knaagt wel maar April heeft voor zichzelf een eigen wereld gecreëerd. De tijd waarin ze niet op school zit, brengt ze door in de tuin waar tussen de bramen een familie stadsvossen woont. April beschikt namelijk over de gave om een diep contact met dieren te ontwikkelen.
Maar dan krijgt haar vader een uitnodiging van de Noorse regering. Ze verwachten dat hij zes maanden lang op een onbewoond eiland gegevens verzamelt die een beter beeld kunnen bieden over de opwarming van de aarde. Enthousiast trekken ze er met z’n beiden naartoe. April droomt van wandelingen, sleetochten en vooral van meer tijd met haar vader. Want "Toen Aprils mama stierf, had ze de helft van papa meegenomen. De leukste helft helaas." Het werk op het eiland slorpt hem echter volledig op. Ook dan past April zich aan en trekt ze in haar eentje op verkenning. En hoewel die er al tijden niet meer leven, komt April op een van haar tochten oog in oog te staan met een ijsbeer wiens poot verstrikt zit in plastiek. Aanvankelijk benadert ze hem voorzichtig, verzorgt ze zijn gewonde poot, voedt ze hem haverkoeken met pindakaas en mag ze hem voorzichtig aaien. Naarmate de tijd verstrijkt, groeien hun vriendschap en vertrouwen tot ze uitmonden in een heldhaftige poging om de laatste ijsbeer te redden en weer bij zijn soortgenoten te brengen.
Uiteraard is het op de poolgebieden te koud voor een elfjarig meisje om in haar eentje de ijzige vlaktes te doorkruisen. En natuurlijk is de innige vriendschap tussen een kind en een van de gevaarlijkste dieren onmogelijk. Lezend weet je dat wat Hannah Gold schreef niet echt kan gebeuren. Maar dat hindert niet. Door haar verhaal zo krachtig te vertellen, word je als lezer meegenomen in een onvergetelijk avontuur, zoals Michael Morpurgo het op de cover treffend benoemt. Onder de avontuurlijke laag van dit verhaal schuilen ook het verdriet om de afwezige moeder en de onbeholpen wijze waarop papa en April toenadering zoeken.
Daarnaast is er ook aandacht voor de ijskappen die smelten en plastiekafval waarmee ook de schijnbaar meest onbereikbare delen van de wereld worden overstelpt.
De verzorgde bladspiegel met veel ruimte tussen de regels en de knappe taal die in een vertaling van Pauline Michgelsen mooi bewaard bleef, zorgen voor toegankelijkheid bij een brede doelgroep. De sprekende zwart-witillustraties die de innerlijke gevoelens soms bijna dramatisch in beeld brengen, verhogen de inleving. De combinatie van fantasie en realiteit verweefde Hannah Gold tot een beklijvend verhaal.