De nacht van 2 april
Dit verhaal speelt zich af in 1963, achttien jaar na het einde van de oorlog. Maar de oorlog is nog heel erg aanwezig in het dorp aan de kust waar Joris woont. Joris geniet ervan om tijdens de zomervakantie met zijn makkers op het strand en tussen de duinen oorlogje te spelen. Ze vinden het leuk om in de bunkers te spelen, oorlogspullen op te graven en op zoek te gaan naar geheime tunnels. In de duinen zwerft ook Pier Storme rond. Een zeer geheimzinnige figuur met één been. Pier zou zijn been verloren zijn door de oorlog. Vroeger had hij een boerderij. Toen hij het land aan het ploegen was, zou zijn paard op een mijn getrapt hebben en is deze ontploft. Sindsdien zwerft Pier rond, op één been en met een kruk.
Op een dag komen de jongeren een man tegen in de duinen. Hij spreekt Duits en blijkt een goede vriend te zijn van Pier. De jongens proberen zo ver mogelijk uit de buurt te blijven van dit vreemde duo. Maar dat blijkt niet zo eenvoudig te zijn.
De vader van Joris bewaart een kistje in de kelder van zijn woning. Hij doet heel geheimzinnig over deze kist. In die kist zitten allemaal oorlogspullen. Dat heeft Joris ‘bij toeval’ ontdekt. Er zit ook een foto in de kist waarop zijn ouders afgebeeld staan met en vreemde figuur.
Uiteindelijk zal het Pier zijn die zorgt voor de ontknoping en het verhaal achter deze foto. Het verhaal van ‘De nacht van 2 april’.
Dit verhaal bevat alle nodige ingrediënten om kinderen in de ban te houden en hen aan te zetten om het verhaal tot het einde te lezen. Je hebt het decor van de zee, de bunkers en hun geheime gangen, wat kinderen sowieso zal aantrekken. Je hebt het mysterieuze koffertje waarvan iedereen wel wil weten wat erin zit. De foto met de ongekende man die vragen oproept. En daarnaast is er ook nog de geheimzinnige figuur Pier en zijn maat ‘De Duitser’. Genoeg geheimzinnigheden om dit boek spannend te houden. De auteur heeft alles heel beeldend beschreven waardoor het helemaal niet moeilijk is om je het decor waarin alles zich afspeelt voor te stellen..
Ik denk wel dat dit boek, en de inhoud ervan, jongens meer zal aantrekken. De hoofdpersonages in het boek zijn allemaal jongens waardoor zij misschien sneller voeling gaan hebben met de personages.
Terwijl ik het boek las, kon ik me niet van de indruk ontdoen dat de auteur hier zijn jeugdverhaal had neergepend. Op de website van Jan Simoen kan je achtergrondinformatie vinden over het ontstaan van het boek. En als je er eens een kijkje gaat nemen, zal je merken dat mijn aanvoelen goed zat. Spijtig genoeg is de auteur zelf dit voorjaar overleden. Dit droeve aspect maakt dit boek ook wel een beetje speciaal. Het is zijn laatste verhaal…