Samen met drie andere kinderen vliegt Fred over het ondoordringbare oerwoud van het Amazonegebied richting Manaus. Wanneer de piloot van het vliegtuigje aan een hartaanval bezwijkt, storten ze neer. Vanaf dat moment zijn Fred, Constantia, Lila en haar kleine broertje op zichzelf aangewezen. Fred, die de oudste is, neemt het voortouw. Hij heeft altijd al ontdekkingsreiziger willen worden. Hij heeft er veel over gelezen en die kennis komt hem nu goed van pas bij het haast onmogelijke leven in de jungle. Hij weet hoe ze een hut kunnen maken, welke insecten eetbaar zijn en hoe ze uiteindelijk met een zelfgebouwd vlot de rivier op zoek naar de bewoonde wereld kunnen afdalen. Tijdens deze afdaling belanden ze bij een verlaten stad met daarin een zonderlinge bewoner. Contact met hem maken is aanvankelijk niet vanzelfsprekend, maar uiteindelijk is het dankzij hem dat ze hun avontuur tot een goed einde kunnen brengen.

Bij het schrijven van dit boek maakte Katherine Rundell gebruik van eigen ervaringen die ze tijdens haar reizen doorheen het Amazonewoud maakte. Het leven en overleven in de jungle kan ze daardoor gedetailleerd en gepassioneerd beschrijven. Daarnaast besteedt ze ook veel aandacht aan de onderlinge dialogen tussen de verschillende personages, elk met een eigen uitgesproken karakter. Die beschrijvingen vragen enige leeservaring en maken ook dat het boek zich niet echt tot vlot voorlezen voor grotere groepen leent. Maar dat neemt niet weg dat wie graag leest en van haast ongelooflijk avontuur houdt, een langere tijd leesplezier zal bieden. De illustraties van Hannah Horn, kleurrijk op de kaft en zwart-wit vanbinnen, nemen de lezer mee in de wereld van de jungle waar exotische planten en dieren nu nog overvloedig aanwezig zijn.