De piloot en de Kleine Prins
Dit boek vertelt over het bewogen leven van een pionier van de luchtvaart: Antoine de Saint-Exupéry. Het begint als een sprookje: "Lang geleden, bij het begin van de vorige eeuw, werd in Frankrijk een kleine jongen geboren die avonturier zou worden." In de tijd van zijn geboorte in 1900 werden de eerste 'vliegende tuigen' uitgevonden. Antoine was een dromerig en avontuurlijk jongetje. Toen hj twaalf was maakte hij een vliegfiets, die evenwel niet opsteeg, maar hij bleef gefascineerd door al wat met luchtvaart te maken had. Op de cartouches op de prenten worden de belangrijjkste ontwikkelingen inzake luchtvaart en het leven Saint-Exupéry en andere historische feiten weergegeven. Antoine fietste geregeld naar een nabijgelegen vliegveld om de testvluchten te volgen. Tegen de wil van zijn familie in nam hij deel aan het toelatingsexamen voor een officiersopleiding, maar hij slaagde niet. Hij had gezien hoe de Duitsers in 1918 bommen dropten boven Parijs vanuit vliegtuigen en zeppelins. In 1921 werd hij opgeroepen voor zijn legerdienst en hij koos vanzelfsprekend voor de luchtmacht. Vliegen mocht hij nog niet maar hij volgde privévlieglessen om zijn droom te kunnen waarmaken. Na zijn legertijd nam hij dienst in een bedrijf dat luchtpost zou gaan bezorgen. De vliegtuigen hadden toen een open cockpit en het was zeer koud hoog in de lucht. In het begin werd er nooit 's nachts gevlogen; de vliegtuigen hadden nog geen navigatiesysteem. In het boek staat dat de piloot ook naar de 'gezichten' onder hem moest kijken. De volgende dubbele prent toont een speculaasachtig landschap met - letterlijk - gezichten. Antoine vloog nu geregeld naar West-Afrika, tot Dakar. Hij woonde ook in de westelijke Sahara en leerde zo het woestijnleven kennen. Op de kaart zie je hoe vaak een vliegtuig moest landen om te tanken. In de eenzaamheid van de woestijn begon hij te schrijven. Vanaf 1930 kregen de vliegtuigen een gesloten cockpit en waren ze uitgerust met een radioverbinding. Later vloog hij ook op Zuid-Amerika. De piloten navigeerden op sterren, op kompas, op kaart en op verlichte schepen en ze vlogen dus ook 's nachts. Tijdens de lange vluchten las en schreef hij. In 1929 verscheen zijn eerste boek, 'Zuidpost', in 1931 gevolgd door 'Nachtvlucht'. Hij bleef echter het avontuur opzoeken en testte onder meer het eerste watervliegtuig, waarbij hij bijna verdronk. Vliegtuigen en piloten stortten geregeld neer in die tijd. Antoine zelf overkwam het viermaal, telkens met een goede afloop. In 1935 probeerde hij samen met zijn monteur het snelheidsrecord Parijs-Vietnam te breken. Het vliegtuig stortte neer boven de Lybische woestijn; ze dwaalden dagenlang rond. Tussendoor bleef hij schrijven. In 1939 verscheen zijn derde boek: 'De wereld van de mensen'. De oorlogsdreiging nam toe en Antoine werd weer opgeroepen voor het leger en hij werd oorlogspiloot. Na de Franse overgave vluchtte hij naar NewYork. Daar verscheen in 1942 zijn vierde boek: 'Oorlogspiloot'. In NewYork begon hij te tekenen en te schrijven aan zijn meesterwerk: 'De Kleine Prins'. Zijn inspiratie haalde hij uit zijn kinderjaren, uit de fantastische beelden die hij vanuit zijn vliegtuig had gezien en uit zijn woestijnervaringen. Het boek verscheen in 1943. Kort daarna verscheen zijn laatste boek: 'Brief aan een gijzelaar'. Maar Antoine miste Frankrijk en hij wilde weer gaan vliegen. Hij sloot zich aan bij een verkenningsgroep, die voor de geallieerden vluchten moest uitvoeren boven Noord-Afrika en Zuid-Frankrijk om vijandelijke stellingen te fotograferen. Op 31 juli 1944 vloog hij van Corsica naar Lyon, waar hij nooit is aangekomen. Tot nog toe heeft men geen spoor van hem teruggevonden. Een avontuurlijk leven eindigt in een mysterie: "Hij kwam niet terug. Vergat hij zijn zuurstofmasker? Of vond hij zijn eigen glinsterende planeet bij de sterren?" Dit is een knap geïllustreerd en een zeer interessant boek, tegelijk historisch en literair. De illustraties lijken soms op kaarten, soms op archiefbeelden, soms op miniaturen. Sis is een meester in impressies van weidse vlakten en sterrenhemels. De tinten zijn vooral vaalbruin en soms helderblauw. Het lijkt me aangewezen om jongeren eerst vertrouwd te maken met 'De Kleine Prins' en daarna met deze knappe biografie.