De Plunderpiraat
“Ik was piraat en dit was mijn zwaard. Het was geen gewoon zwaard: je hoefde er maar mee te wijzen naar iemand of hij stortte al gewond neer.” Zo begint dit fantasierijke voorleesboek over een jongetje dat speelt dat hij een kleine maar dappere plunderpiraat is, die in hevige gevechten vijandelijke schepen en zeemonsters in de pan hakt. Hij is niet alleen verschrikkelijk sterk, maar ook dapper en slim en verhalen over zijn heldendaden doen de ronde tot in de uithoeken van de wereldzeeën. De prenten bestaan uit met waterverf ingekleurde pentekeningen tegen een witte achtergrond. De illustraties sluiten zeer nauw aan bij de in kleine blokken gedrukte tekst, maar volgen de fantasie van het jongetje niet volledig. Het is een heerlijke mix van werkelijkheid en fantasie vol geestige details. De kleine ik-persoon van het verhaal leeft zich volledig in en neemt werkelijk alle elementen uit zijn omgeving op als onderdeel van de fantasiewereld die hij voor zichzelf schept. Zo is de sofa zijn piratenschip, de koelkast een eiland dat geplunderd wordt, de kapstok een vijandelijk schip waarvan de bemanning overwonnen moet worden en ga zo maar door. Ook de hond en de kat des huizes spelen hun rol in dit piratenverhaal en zelfs de hardwerkende vader krijgt als kapitein een plaatsje toebedeeld. Pas op de laatste pagina ziet de lezer wat er werkelijk allemaal gebeurd is. Het huis is een ware ravage en vader en moeder staan er verbijsterd naar te kijken, terwijl de kleine piraat besluit met: “Het was een heel gevecht. Maar het is goed afgelopen!” Dit grappige prentenboek maakt deel uit van “De Verkleedkist”, een serie voorleesboeken gebaseerd op het spel van kinderen die zich volledig kunnen verplaatsen in een andere wereld. De taal is eenvoudig en vooral meeslepend.