De robot van de rommelmarkt & Route Z
In de tijd waarin Edu Janssen leeft, hoef je niet zoveel zelf meer te kunnen, want je hebt apparaten voor alles: een voorleesapparaat, een schrijfmachine, een robot voor alle huishoudelijke werk én voor je huiswerk. Wanneer hun huisrobot in revisie moet, koopt Edu op de rommelmarkt een roestig en gehavend exemplaar. Deze kan niet lezen of vermenigvuldigen, maar kent wel gedichten: “Waar wouden zijn als vuur zo heet, torenhoog en mijlen breed...” (p. 21) Edu raakt in de ban van zijn robot en gaat zover zelfstandig lezen en tafels te leren om het op zijn beurt aan zijn robot aan te leren... Route Z is de nieuwste en gevaarlijkste kermisattractie: maak een autoritje als in de twintigste eeuw! Als je achttien bent en een rijbewijs hebt, kan je met een auto een traject afleggen door een decor van een stadswijk uit het verleden, met huizen, straten, verkeerslichten, fietsen, voetgangers enz. Wel geheel op eigen risico. Want zijn die voetgangers eigenlijk wel altijd robots? Wanneer Bart een kettingbotsing veroorzaakt, beweert hij dat de oorzaak ligt bij een kat die plots de weg overstak. Volgens de ordebewaarders gaat het om niet meer dan een robot om je reactievermogen te testen. Deze twee kortverhalen vormen de eerste stappen van Tonke Dragt op het pad van de sciencefiction. Het eerste, geschreven voor de leesserie voor de basisschool ‘De Trapeze’, is de aanzet voor haar bekende roman 'Torenhoog en mijlen breed'. Het tweede is verwerkt in 'Ogen van tijgers', waar de hoofdpersonages van deze kortverhalen elkaar ook ontmoeten. De verhalen mogen er op zich zijn, maar het boek zal toch vooral de fans aanspreken, ook en vooral omdat Tonke Dragt in een intermezzo en een epiloog uitleg verschaft over het wordingsproces van haar werk. Hoe ze ideeën herwerkt en verwerkt, en stukken herschrijft tot ze echt op hun plaats vallen, en hoe ze daarbij heel uitzonderlijk gedreven wordt door een personage dat als het ware een eigen leven gaat leiden en de schrijfster dicteert. Illustraties op cover en binnenin zijn fotocollages van de schrijfster zelf, niet echt schitterend, maar qua sfeer wel naadloos aansluitend bij de tekst.