De Rode Ridder. De vloek van Malfrat
De Rode Ridder is terug. De hedendaagse jongeren kennen hem waarschijnlijk enkel als stripheld, maar in feite werd dit personage bedacht door Leopold Vermeiren (1914-2005) die in de tweede helft van de twintigste eeuw een kleine bibliotheek volschreef (in totaal 64 delen) over de avonturen van Johan, de Rode Ridder. De eerste boeken spelen zich af in Vlaanderen. Johan is aanvankelijk een lijfeigene, maar kan ontsnappen aan de tirannie van zijn wrede heer en trekt van dan af als zelfverklaarde ridder door de wereld. In de latere delen trekt Johan op kruistocht en vormt het Midden-Oosten de locatie van zijn avonturen. Na contacten met Willy Vandersteen werd de Rode Ridder daarnaast ook een stripheld, maar de beide reeksen stonden min of meer onafhankelijk van elkaar.
Met 'De vloek van Malfrat' wordt de reeks van Leopold Vermeiren nieuw leven ingeblazen door Marc Legendre, al sluit De Rode Ridder ‘nieuwe stijl’ veel nauwer aan bij de stripfiguur. Legendre is als scenarist trouwens ook betrokken bij de stripreeks. Net als in de stripverhalen wordt De Rode Ridder in deze roman gekoppeld aan Koning Artur en diens tafelronderidders en van de kruistochten is geen sprake meer. De historische setting speelt trouwens geen grote rol in het verhaal. In 'De vloek van Malfrat' moet De Rode Ridder proberen om Camelot te bereiken maar waar dit dan is wordt niet duidelijk en is ook niet echt belangrijk in het verhaal. Soms wordt er wel een op storende wijze een loopje genomen met de geschiedenis, ook al is dit boek veel meer fantasy dan historische roman. In elk geval gaat het om een middeleeuwse setting en in deze periode is het volstrekt onmogelijk dat Vlo, een arme boerenjongen, een briefje schrijft aan zijn vriendinnetje Alllis. Niet alleen het feit dat Vlo en Allis kunnen lezen en schrijven, is onwaarschijnlijk maar ook het feit dat ze over papier zouden beschikken.
Het verhaal is bestemd voor kinderen vanaf tien jaar, daar wijzen zinsbouw en woordgebruik alleszins op. Enkele scènes lijken voor deze leeftijdsgroep wel bijzonder gewelddadig te zijn. Vlo, die als eerste personage in het boek voorkomt, wordt op wreedaardige wijze vermoord door een bende roofridders. De Rode Ridder vindt het naakte en verminkte lijk van de jongen ondersteboven opgehangen. Diezelfde bende is ook verantwoordelijk voor de dood van drie jonge mannen uit Vlo’s dorpje en de lijken worden op sadistische wijze tentoongesteld. Het levert telkens plastische scènes op, die sterk visueel worden uitgewerkt.
Aandacht voor het visuele is trouwens in het hele verhaal duidelijk merkbaar, wat uiteraard niet zo vreemd is gezien de expertise van Legendre als tekenaar en auteur van stripverhalen. De dialogen zijn kort en er wordt in uitroepen gecommuniceerd. Er zijn ook nauwelijks samenhangende paragrafen te vinden en vrijwel elke zin begint op een nieuwe regel. In een beeldverhaal werkt dit uiteraard wel maar in een doorlopend verhaal komt het stuntelig over.
De Rode Ridder-verhalen van Leopold Vermeiren waren niet bepaald stilistische pareltjes en de eersteling van de nieuwe reeks is dat evenmin. Legendre heeft in wezen een stripscenario geschreven, maar dan zonder plaatjes erbij.