In dit eerste deel van de magische reeks leren we Babette Bonenstaak (aka Babs) kennen, wanneer ze net met haar ouders verhuisd is. Tot vreugde van de georganiseerde ouders van Babs, en tot wanhoop van de nieuwsgierige Babs, komen ze terecht in het grijze Grauwhuizen. In een buurt zonder bloemen, trampolines en schommels, waar de tijd langzamer lijkt te gaan dan op andere plaatsen.

Ook op Babs’ school gaat het haar net iets te sloom, zelfs de leraar praat traag en monotoon. Wanneer ze als straf mee moet met de conciërge naar de bezemkast, is Babs eerst best bezorgd. En dan krijgt ze de opdracht om de muur te kietelen met een plumeau. Ze denkt eerst dat de conciërge gek is geworden, maar dan merkt ze dat haar saaie school net een stuk interessanter is geworden. De muur begint namelijk te lachen, en opent een weg naar de Wondervilla: een toevluchtsoord voor wonderdingen, magische voorwerpen die moeten beschermd worden tegen wonderdieven.

Het verhaal is opgebouwd uit korte, vlot geschreven hoofdstukken. De tekst wordt regelmatig onderbroken door zwart-wit illustraties en lijstjes wat aangenaam is voor iets jongere lezers. Het formaat van het boek ligt lekker in de hand en bij het kiezen van het lettertype, kozen ze voor net iets grotere letters. Ook deel twee van deze reeks De Simsala-plu werd al aangekondigd en verschijnt eind januari 2023.

De Oostenrijkse auteur is niet aan haar debuut toe. Haar eerdere boeken verschenen nog niet in het Nederlands. Met De School voor Wonderdingen schreef ze een fijn boek over magie en vriendschap met een eenvoudige verhaallijn. De wonderdieven kwam in dit deel nog niet echt aan bod. Dus een mogelijk spannende piste voor het vervolg.