De Sprookjessprokkelaar
Sterre woont bij haar opa in de buurt van een mysterieus kasteel, kasteel Libersteyn. De leesgekke Sterre heeft maar één boek, dat ze uiteraard al stukgelezen heeft. Maar gelukkig is er in dat kasteel ook een sprookjesbibliotheek. Haar opa gaat regelmatig hout sprokkelen om naar het lege kasteel te brengen, ook al weet hij dat daar ooit spannende dingen gebeurden en de bewoners al lange tijd verdwenen zijn. Hij vertelt haar dat ze zelf op zoek moet naar de juiste deur van die bibliotheek. Vreemd dat een opa zijn enige kleinkind op pad stuurt naar een kasteel waar ze dan vervolgens op goed geluk deuren mag gaan openen. Sterre komt na elke poging terug naar huis en gelukkig komt er na twee pogingen schot in de zaak, want dit dreigde de boel serieus te gaan vertragen. Sterre komt in een wondelijke bibliotheek terecht (je hoort bijna Disneymuziek op de achtergrond) en leest zich bijna te pletter. Vervolgens trekt ze naar het dorp om daar haar verhalen aan de bewoners te vertellen. Dat gaat zo een tijdje verder tot er een vreemdsoortige jongen opduikt die jaloers is op de aandacht die Sterre van de dorpsbewoners krijgt en gaat klagen bij zijn moeder, toevallig een heks. Een vloek is niet veraf, dat spreekt voor zich.
Je merkt al aan de toon van het voorgaande dat het verhaal van De Sprookjessprokkelaar niet veel soeps is. De karakters en gebeurtenissen krijgen telkens maar kort de kans om zich te ontwikkelen en hier en daar wordt er met ingetrapte deuren gestrooid. Een echte teleurstelling, want de onderliggende idee is echt de moeite waard. Het lijkt wel of het boek een bepaald aantal pagina's moest tellen en de auteur dus best beperkt was in de uitwerking van dit verhaal. Het boek krijgt nog één ster voor de mooie prenten die de Eftelingsfeer helemaal belichamen. Op één illustratie na dan, waarop Sterre niet echt de uitdrukking heeft die je vanuit de tekst zou verwachten. Een pluim voor de prenten, een herkansing voor Paul Van Loon?