De SurvivalKID Pesten

In de reeks Survivalgidsen is dit het vijftiende deel. Het gaat over een zeer actueel thema: pesten. Deze gids zou bedoeld zijn om door de kinderen zelfstandig te lezen maar of kinderen van acht tot twaalf in staat zijn en de moed hebben om zich alleen door een turf van 147 pagina's te werken, daar heb ik mijn twijfels over. De tekst richt zich wel rechtstreeks tot hen. Na een inleiding zijn er vijf grote delen, onderverdeeld in kortere hoofdstukken.
Het begint bij 'Pesten van onder tot boven en van links naar rechts'. Hierin wordt eerst een onderscheid gemaakt tussen pesten, plagen en ruziemaken. Pesten gebeurt opzettelijk en regelmatig en de pesters vinden het leuk om iemand pijn te doen. Pesten wordt in dit boek 'een monster' genoemd. Er zijn altijd drie betrokkenen: de gepeste, de pesters en de toeschouwers en/of meelopers. Op p. 20 staat in vijf punten waaraan je pesten kunt herkennen. Aan de kinderen wordt gevraagd om te zeggen van elk punt of het bij hem/haar zo is waarna de conclusie: als het vijf keer ja is, moet je hulp zoeken hulp zoeken. Is pestgedrag zo meetbaar? 
Het tweede deel gaat over: 'Hoe overleven als je gepest wordt', waarbij benadrukt wordt dat het niet de schuld van het slachtoffer is en dat je niet iets aan jezelf moet veranderen. Waarbij ik me de vraag stel of dat voor iedere gepeste opgaat. Er wordt meermaals gezegd dat de gepeste erover moet praten. De pester is het meest 'zorgwekkende onderdeel' van de zgn. 'Pestmobiel'. De pester heeft vaak zelf een probleem en dan worden verschillende mogelijkheden besproken. En wat je kunt doen als pester om ermee te stoppen: probleem erkennen, erover praten. Zich inleven in de gevoelens van het slachtoffer en een week zichzelf helemaal  isoleren van de groep (65-66).  Dat lijkt me een onmogelijk opgave voor een kind. En dan is er aandacht voor de omstaanders. Op p. 76, 79 en 85 staan stellingen waarop de kinderen akkoord of niet akkoord moeten antwoorden. Die zijn handig om te gebruiken in bv.een klasgesprek.
k overloop de volgende delen: Deel 3: 'Laat het stoppen'. Hierin is er aandacht voor de gevolgen van pesten met een zgn. getuigenis van een kind waarin letterlijk staat "dat ik (Jonas) kort voor mijn dood begon te hardlopen" en even later "stierf in een vreselijk verkeersongeluk". (p. 101-102)  Hoe kon Jonas dat vooraf weten? Hoe link je pesten met deze 'zelfmoord'? Verder is er ook een brief aan een pestkop en één van een pestkop. Het vierde deel gaat over cyberpesten dat 'Een modern monster' wordt genoemd. De vergelijking met de oertijd is flauw en niet terzake. Na een korte uitleg is er aandacht voor online risico's, de pijnlijke gevolgen van cyberpesten en de voorzorgen. In dit hoofdstuk staan wel veel technische doe-het-zelf-tips. In verhouding met dit snel groeiende fenomeen, is dit deel vrij bondig. Het boek besluit met telefoonnummers en websiteadressen en een nawoord.
Een groot deel van mijn bedenkingen heb ik hierboven al gegeven. Het boek heeft zeker zijn nut, zeker als het lezen begeleid wordt. De volwassene kan de inhoud dan aanpassen aan de leefttijd van de kinderen. Soms is het wel langdradig.