Als het buiten sneeuwt, vraagt Tomas zich af of dat in papa’s land ook zo is. Hij mijmert weg bij de wereldbol die vooral erg blauw is. Al gauw trekt hij naar gewoonte naar de garage. Samen met zijn knuffel Kaola laat hij zijn fantasie de vrije loop. Hij wordt kapitein Cacao. Met zijn schip belandt hij op een volledig verdord eiland: Drommeleiland. De Magische Kei, die ervoor zorgt dat de Heilige Bron blijft stromen, is zijn kracht kwijt. Alleen de Wijze Kaka-Ketoe kan hem weer opladen. Kapitein Cacao neemt het meisje Wing-Pong-Ping mee op zijn avontuur. Onderweg gebeurt er van alles: ze ontmoeten Matrozelaar Frisbie, er is een storm met oude vrouwtjes die uit de lucht vallen, oma Golconda komt aan boord, grote letters drijven op het water, enz. Kapitein Cacao is bekend uit vorige verhalen. Ook de structuur is hetzelfde: Tomas die danig opgaat in zijn fantasiespel en zo een onvoorspelbaar avontuur beleeft. Het verhaal hangt nogal warrig aan elkaar met bizarre gebeurtenissen, vreemde maar nogal flauwe woordspelletjes en een nogal typische Marc de Bel humor. 'De tovertatoe van de kaka-ketoe' is een zwak boek dat de liefhebbers misschien wel kan bekoren maar dat toch bitter weinig te bieden heeft.